Collectie Soeterbeeck

Collectie Soeterbeeck
Radboud Universiteit Nijmegen

Nijmegen, Universiteitsbibliotheek, Hs 478


(olim: Soeterbeeck IV 87)

[Handschriftbeschrijving gemaakt door Nicole Geurts, winter 2010]

[DATERING]

Het handschrift wordt gedateerd in het tweede kwart van de zestiende eeuw (Kienhorst e.a. 2005).

[LOKALISERING]

Noord-Brabant (Kienhorst). Het handschrift kan vervaardigd zijn in het klooster Soeterbeeck te Nuenen. Zie hierna, Eigendomsmerken.

[MATERIAAL]

Papier, 190 bladen, 19,7 x 14,3 cm (enigszins besnoeid). Behalve dat het handschrift geen band meer heeft, mist het aan het begin een of meer katernen. Moderne foliëring met potlood.
Het handschrift bevat vier verschillende watermerken: een schild met een Franse lelie en onderaan een letter n, en drie varianten van een pot met klaver vier: pot A is een kleine pot, met een oor rechts, een kroon en een klavertje vier; pot B is een kleine pot, met een oor links, een kroon en een klavertje vier; pot C is een kleine pot, met een oor rechts, een kroon en een klavertje vier. De watermerken pot A en pot C, mogelijk tweelingwatermerken, komen voor in de linkerbovenhoek van een blad; de kettinglijnen lopen verticaal, wat erop duidt, dat het gaat om materieel octavo (dus om een groter formaat papier). De watermerken schild en pot B bevinden zich in de vouw halverwege het blad; de kettinglijnen lopen horizontaal, wat op materieel quarto duidt. Voor de verdeling van de watermerken: zie tabel 1. In enkele gevallen is een (deel van een) watermerk met potlood overgetrokken.

[SAMENSTELLING]

Het handschrift is samengesteld uit 24 katernen, in de regel quaternionen. Er zijn drie eenheden te onderscheiden, waarvan de eerste, als gezegd, defect is. Collatieformule: 18 [1-8] * 2-88 [9-62] * 9-108 [63-78], 118 min een na 82 [79-85], 12-188 [86-141], 198 plus een na 149 [142-150], 20-248 [151-190].
Klein geschreven custoden op de vouw, in de regel op de buitenste twee dubbelbladen van het katern, tussen de eerste en tweede binding. Zie tabel 1. Deze afwisseling kan er op wijzen, dat op vierbladen geschreven is.
F. 150 is een meegebonden strook papier, die het laatste stuk van een preek bevat en kennelijk is toegevoegd vanwege een verkeerde berekening van het benodigde papier. Op f. 151r, de eerste bladzijde van katern 20, begint een nieuwe tekst, die thuishoort in een reeks van twee sermoenen op paaszondag en acht op de vier zondagen van de Advent. Deze reeks begint op f. 134v.

[OPMAAK]

22 tot 33 regels per bladzijde. Afmetingen schriftspiegel 15,5 x 10-10,5 cm. Lijngaatjes op de vier hoeken waar de horizontale en verticale kaderlijnen elkaar kruisen.

[SCHRIFT]

2 handen. Hand 1 schrijft een littera hybrida, hand 2 een littera cursiva. Het gaat in beide gevallen niet om echt boekschrift, maar vooral het schrift van hand 2 is, behalve kleiner, ook vluchtig te noemen. Hand 2 neemt in eenheid III het schrijfwerk van hand 1 midden op regel 17 van f. 160v over, halverwege het zevende van de tien sermoenen, en midden in een zin. Zij schrijft vervolgens door tot en met f. 172r, dat wil zeggen, zij voltooit de reeks van tien sermoenen en schrijft met rood ook de opschriften daarboven (zie hierna, Rubricering en decoratie). Hand 1 schrijft de teksten van f. 172v tot 190r.
Een enkele keer is ruimte op de regel opengelaten omdat de kopiist blijkbaar een (deel van) een woord niet kon lezen (f. 1v22, 2v26, 91v25, 126v17).
Tijdens het afschrijven is regelmatig tekst doorgehaald; op f. 23r is interlineair en in de rnarge een verbetering aangebracht; op f. 23r; op f. 22v is een door Augensprung overgeslagen deel van de tekst door hand 1 onderaan de bladzijde toegevoegd.

[RUBRICERING EN DECORATIE]

Als gezegd, kunnen drie eenheden onderscheiden worden. Van de eerste eenheid is alleen het laatste katern bewaard. Dit katern en de tweede eenheid zijn volledig geschreven door hand 1. Ook de rubricering ervan lijkt geheel door hand 1 verzorgd te zijn.

Eenheid 1 (f. 1-8)
Halverwege f. 1r vindt de overgang naar een volgende tekst plaats. De titel van deze tekst is door hand 1 geschreven in een grotere hybrida, achter een rood ‘paragraafteken’ (een vet rood verticaal streepje links op de regel). Het opschrift is ook met rood onderlijnd. Een dergelijke combinatie van paragraafteken met rode onderstreping treft men ook aan bij het begin van kleinere onderdelen van deze en andere teksten.
De tekst begint op de volgende regel (f. 1r26) met een rode lombarde van twee regels hoog. Een representant voor deze initiaal is niet te zien.
Bovenaan f. 2r begint de eerste van de uit het Latijn vertaalde ‘VIII punten of lerijngen waer af men | claerlick mach leren hoemen salichlijck heilighen sacrament onfangen | sal’ eveneens met een rode lombarde van twee regels hoog. Daarboven, rechts van de initiaal, schreef hand 1 met rood Ten ijersten. De andere zeven ‘punten’ beginnen telkens ook met een rode lombarde van twee regels hoog. Bij de meeste ervan is een representant te zien. Bij het derde punt schreef hand 1 aan het eind van de regel (f. 2r22) met rood Ten dorden; bij het vierde punt aan het eind van de regel erboven (f. 2v10) Ten vierden; bij het zesde punt aan het eind van de regel erboven Ten VI (f. 4r20), bij het zevende punt Ten VII (f. 6r4) en bij het achtste Ten achten (f. 6v20).
Hand 1 zet ook rode streepjes waar de naam van Christus of van een heilige in de tekst voorkomt, of waar sprake is van het Heilig Sacrament. De tekst eindigt niet helemaal onderaan f. 8r. De rest van de bladzijde is onbeschreven gelaten.
Op f. 8v staan op 20 regels en achter elkaar doorgeschreven vijf dicta, met in het rood de auteur ervan: Sunte bernaert seet (f. 8v1), Sunte Augustijn seet, etc. De rest (ongeveer een derde) van de bladzijde is onbeschreven.

Eenheid II (f. 9-62)
Deze bevat alleen de regel van Augustinus met commentaar. De eerste twee regels op f. 9r werden opengelaten voor het opschrift, dat met rode inkt is geschreven door hand 1. De tekst opent met een drie regels hoge rode lombarde D. Dit is de enige initiaal in dit deel van de codex. Een representant is niet te zien.
De tekst van de regel van Augustinus (Text) is telkens iets groter geschreven en rood onderstreept, dit weer in combinatie met een voorafgaand rood ‘paragraafteken’. Dat geldt doorgaans ook voor het begin van de glosse (Glosa). Ook de aangehaalde auteurs en de naam van Christus zijn met rood onderstreept.

Eenheid III (f. 63-190)
Rubrieken in deze eenheid zijn zowel aangebracht door hand 1 als hand 2. Tot en met f. 99v zijn de rode opschriften alle geschreven door hand 2. Op verschillende plaatsen is zij de rubriek schijnbaar vergeten aan te brengen (bijvoorbeeld op 96v13).
Hand 1, die het grootste deel van het schrijfwerk, tot en met f. 160v17, en van 172v tot 190r voor haar rekening neemt, schrijft de rubrieken op f. 112r-118r, 119r-124v; op 115r6-7 en 115r17-18 is zij dat vergeten.
Het rode opschrift op f. 118v is van hand 2, net als dat boven alle preken (op f. 134v, 139v, 142r, 145r, 151r, 158r, 160r, 164r, 166r, 168v).
In het laatste door haar geschreven gedeelte (f. 172v tot 190r) werkt hand 1 weer met grotere letters als onderscheidingsschrift.
Voor de rode lombarden in deze eenheid zijn representanten aangebracht. De lombarden zijn 1 of twee regels hoog, afhankelijk van hun positie. Alleen die waarmee de preek bovenaan op f. 169r begint, is drie regels hoog; de majuskel I die erop volgt is verlengd en met een groteske versierd. Op f. 167r begint de eerste regel met grotere letter M, die net als de versierde I op f. 169r, met rood gehoogd is.
Ook in eenheid III zijn voor de verdere onderverdeling van de teksten paragraaftekens in combinatie met onderstreping gebruikt. In het hele handschrift zijn de majuskels aan het begin van een nieuwe zin met een rood streepje gehoogd.

[BAND]

Het handschrift heeft momenteel twee strokartonnen platten, van 20,2 x 15,1 cm, die met twee linten van keperband om het boekblok zitten. Het oude naaisel is nog wel aanwezig.
De katernen waren op drie bindingen, bestaande uit dubbele bindtouwen, genaaid. In het eerste katern is nog het restant van als maculatuur hergebruikt perkament uit een Latijns handschrift bewaard.

[LATERE TOEVOEGINGEN]

Op f. 62v, de laatste bladzijde van eenheid II, zijn lijmsporen te vinden, waar vermoedelijk in een latere fase een afbeelding was opgeplakt, van ca. 15 cm hoog en 10,5 cm breed.

[EIGENDOMSMERKEN]

Onderaan op f. 190r staat, met een smallere pen geschreven, een contemporaine schenkingsnotitie. De tekst daarvan luidt als volgt: Dit boeck hoert toe suster grietken vanden bosch | ende ick suster truyken vanden bosch hebt haer gegeuen op|dat sy haer daer in soude troesten ende te badt vanden menschen | soude houden. De schenkster zou – al komt het schrift niet geheel overeen – hand 1 kunnen zijn. Truyken en Grietken van den Bosch waren rond de tijd van vervaardiging van het handschrift religieuze te Soeterbeeck bij Nuenen (zie monasticon).

Op het voorplat van het strokartonnen conserveringsbandje zit een etiket waarop in zwarte inkt ‘Hs 2’ genoteerd is. Eronder staat met blauwe balpeninkt ‘92’, dat met potlood is doorgestreept. Ook staat er in blauwe balpen ‘87’, dat met potlood omcirkeld is en waarvoor met potlood het Romeinse serienummer ‘IV’ geschreven is.

[LITERATUUR]

Hans Kienhorst e.a., Rijkdom in eenvoud. Laatmiddeleeuwse handschriften uit klooster Soeterbeeck. Rotterdam: Nijmegen University Press, 2005 (Nijmeegse kunsthistorische cahiers 11), p. 118-119.

[INHOUD]

Eenheid I: F. 1-8
 

F. 1r1

Inc. Item vier gijften sijn daer ons lieue here sijn alder liefste vrienden | mede begauet. Dat ierste is sij sullen cranck wesen inden | licham...
Expl. [1r24] sprack houdt dij wel Thobias want het sal sijn ende het moet | sijn dattu lijden heues want god mijnt dij
Acht punten over het Heilig Sacrament
F. 1r24 #Die translatuer deser nauolgender leren alle | deuoten corsten herten
Inc. Cristus ihesus alder salichmaker gesonden wt den...
Expl. [8r25] ...ende soe moechdij met enen vrien vasten | moede dat heilighen sacrament ontfanghen
Dicta over de rouwmoedigheid
F. 8v1 Inc. Sunte bernaert seet Berouwenisse...
Expl. [8v20] ...nochtans en sullen wij niet wanhopen want wt | wanhoepe coempt anders niet dan dat god woer wertoernt
  
Eenheid II: F. 9-62
 
Regel van Augustinus met het commentaar van (pseudo-)Hugo van Sint-Victor
F. 9r1 Hier beghijnt ons heilighen vader sunte Augustijns regule metter | glosen sunte huyghen
Inc. DEse naegheschreuen gheboden sijn gheheten regule om dat ons | ouermits hem bewijst wordt een forme des rechts leuens...
Expl. [61v2] …ende met wercken | daer danckbaerheit op dat een yeghelick die hem dient | in sijnen here glorieert ende niet in hem seluen #Ende nv daer | enych van v allen yet siet ghebreken Hij heb|be rouwe van dien dat leden is ende hued | hem van dien dat toecomende is ende bidde | dat hem sijn scout vergheuen werde ende dat | hij niet gheleyt en werde in becoringen
F. 62 blanco
  
Eenheid III: F.63-190
 
Meditaties over de passie, met gebeden
F. 63r1 Nae die compleet soe sullen wy met ihesus den berch van olyuen | op gaen [Inc.] Als die tijt nakende was dat ons lieue here Ihesus christus | wtter werelt… [64r1-2] Den berch van olyueten … [66v14] Te metten tyt … [70v5] Gebet … [72r8] Gebet … [72r21] Vanden danck onser lieuer vrouwen [Inc.] Laet ons nv sien waer die bedroefde moeder is | ghebleuen … [72v25] Te printyt … [74r24] Gebet … [74v5] Hoe christus ouergeleuert wert om gegeselt te worden … [75r1] Te sextyt … [85r4] Gebet … [85r16] Dat twede woert … [86r11] Gebet … [88r13] Gebet … [89v1] Gebet … [89v8] Dat wyfte woert … [92r7] Dat viste woert … [93v7] Dat viide woert … [95r5] Gebet … [95r21] Hoe die syde christi geopent waert … [97r20] Gebet ... [Expl.] Hier mede begeer ick lieue here dat ghij voer mij voldoen wilt | voer alle die sonden die ick met mijnen vijf sijnnen gedaen ock gesaect | [98v13] heb Amen
F. 98v13 Inc. Te compleet tijt soe laet ons metter | mijnnender zielen Die geuoet is van hoeren brudegom te comen in sijnen hof … Expl. Ende dat ick allen doechden op moet | [99v16] staen ende wanderen meen nij leuen Amen
Over de heilige communie
F. 99v16 Vanden heilighen sacrament [Inc.] Al eest dat die ewijghe wijsheit gods geordineert heeft Dat | alleen die priesters dagelix inder mijssen
F. 101v27 Hier suldij waerachtighe gelouen dat ghij dat heilighe sacrament geestelike ont|fanghen hebt Ende vallen totten voeten ons liefs heren
F. 102v12 Nae den heilighen sacrament
F. 103v16 Totten hemelschen vader [Expl.] Op dat ick alle menschen moecht behouden Ende aen v ver|soenen Op dat ghij inder ewicheit van hem gedanckt ende geloeft moeget | [105r7] werden Amen
Over het lijden van Christus
F. 105r7 Een scoen verhalinge van dat | lyden christi
Inc. O almoghende god des hemels ende der eerden siet neder in dit | eleijndighe dale der tranen
F. 105v22 Hier | nae wolcht vanden auontmael ons heren
Inc. ALs den tijt der bermerticheit ende der genaden nekende was…
F. 106v1 Die ierste doecht is oetmoedicheit
Inc. Ende daer nae dat dat paeschlam geten was nae der ouder ewen Doe | is die ghebenedide here op ghestaen van der taffelen
F. 107r21 Die anderde doechde die ons christus achter gelaten | heeft dat is die liefde
Inc. Nae dat onse here sijnen discipulen in worden ende in werckenExpl. Ende wilt my v arm creatuerken | alsoe vijsenteren met v seluen dat ick in mijnen geest getroest ende gesterckt | [112r23] moet wesen al die tijt mijns leuens Amen
F. 112r23 Hier nae vollighen | sommijge werskes genomen wt den souter Hoe wij sullen bidden | hopen ende gelouen ende aen god onsen troest sueken
Inc. O here doet op mijn lippen ende mijnen inwendighen mont mijns herten op|dat ick v tekennen mach geuen die grote cranckheit
Gebeden onder de mis
F. 114r20 Als die prijster den confiteor leest soe | sullen wij ons diep veroetmoedighen ende laten ons duncken dat | wij die sundichste menschen sijn die inder werelt is ende daer | om hongert ons soe zeer nae sijn genade
114r25 Confitemini domino quoniam bonis [sic] [Inc.] Laet ons den here… Et introibo | … [114v4] Confiteor … [115v10] Een ghe|bet nae dat onse heer is geheuen … [117r9] Alsinen agnus dei leest … [117r22] Hier nae sal een mensche den mont sijnder zielen | op doen met een waerechtich geloef ende een seker betrouwen | dat die here inden geest tot ons sal comen als Sunt Ian | seet int ijrste capittel god heeft alle menschen macht | gegeuen datse moghen worden kijnder gods ende gheen dijnck | en is onmogelick bij god daer om soe en laet ons hier niet | aen twijfelen wij mochten god met alsoe heter begherten aen|hanghen om hem geestelick te ontfanghen wij solden alsoe | diep in god getogen worden dat wij alle ertsche dijnghen | verlaten ende versmaden souden om een met hem te worden | [117v] … [118r10] Communio … [118r15] Oracio Ghebet
F. 118v24 Een scoen | gebet van onser lieuer vrouwen
Inc. O gloriose coninghe der hemelen ghij sijt bouen alle creatueren | verlicht inder mijnnen
F. 119r6 Een scoen gebet totten vader inder mijssen
Inc. O vader der bermherticheit wortel alles gods fonteijn des | leuens…
F. 120v5 Een gebet tot den soen inder mijsschen
Inc. O christi ihesu moghende god waerechtige verlosser…
F. 121v8 Een gebet totten heiligen geest int eijnde der mijsschen
Inc. O heilige geest comt ende vertroest verlicht ende verblijt altijt | mijn bedroeft hert…
Meditatie over het Magnificat na de H. Communie (tekst met commentaar in glossen)
F. 121v27 Een zeer swaerlick | ende scoen medijtacie op den magnificat dwelck men deuo|telick sal ouerdencken alsmen dat heilighe sacrament ontfanghen heeft | want maria die werdighe moeder gods mackten desen | [122r] cant psalm doen sij den soen gods ontfanghen had Als ons | die heilighe ewangelist Sunte lucas bescrijft doen sij haerder | nijchten Elisabet visenteerden ende malcanderen gegrut hadden | soe sprack maria
Inc. Myn ziel mackt groet den Heer | O mijn ziel verheest… Expl. [124v15] …als een teken op | v herte dwelck ons god wil gonnen in dit leuen Amen
Litanie van alle heiligen, met uitgewerkte aanroepingen, voor de zieken
F. 124v17 Item weet datmen desen letanien ijerst voer den sieken lesen sal | in hem crancheit op dat hij ock hoeren verstaen ende met deuocien | begheren mach want sij sijn zeer scoen
Inc. Here ontfermt ons… Expl. [132v3] …gheest haer met v dat ewich leuen daer ghij regneert ende | ewelick Amen
Dan besprense met wijwater ende segt Asperges me domine
F. 132v9 Almechticht heer ewijch god… [133r6] …ende wij | sijn verloest Die naem gods sij ghebenedijt Amen Dan leest | voert op v knyen dit
F. 133r9 O ewighe almechtighe ende ontfermhertighe god…
F. 134v7 Als ghij gaet ouer den kerckhoef | Weest gegruet alle ghelouijghe zielen…
Tien preken
F. 134v15 Een scoen sermoen Opten heilighen paesdach | opt Ewangelij Marcus
Inc. Maria stont bijden grauen ende weenden Laet ons verhalen waer
F. 139v4 Dat anderde sermoen | opten heilighen paesdach
Doen onse here op gestaen was vander doot begaerde Maria | magdalena…
F. 142r3 Opten iersten sondach inden Aduent een | scoen sermoen op die epistole Ad Romanos
Inc. Svnte pauwels bescrijft totten romeijnen inder epistelen
F. 145r25 Dat anderde sermoen opten iersten sondach vanden | Aduent … est
Inc. [145v1] Gegruet moestu sijn christo Ihesu in sijn
F. 151r1 Opten anderen sondach inden aduent | Een scoen sermoen
Inc. Ee [sic] meester spreect die ghenade des hemelschen vaders sij met | ons allen……
F. 158r17 Dat dorde sermoen vanden iersten sondach | inden aduent
Inc. O doechter van sijon gaet selfs wt ende laet achter | dat verganckelich is ende
F. 160r5 Sermoen opten | derden sondach in den aduent
Inc. Bereijt den wech des heren maect die toe paden recht | op dat
F. 164r30 Een scoen | sermoen opten dorden sondach inden Ad|uent
Inc. [164v1] Het is nu den dorden sondach vander toecomst ons heren | ihesu…
F. 166r15 Noch een sermoen opten seluen dach
Inc. Iohannes sprack Ick ben een stemme des ropers | inder wostijnen
F. 168v33 Een scoen sermoen vanden iiii den sondach | inden Aduent
Inc. [169r1] Die ioden ende die pharizeen seijnden tot…
Verklaring van de Tien Geboden
F. 172r Onderste gedeelte (voor rubriek) is onbeschreven gelaten.
[172v1] #Die ierste ende die rechte taeffel #Moeijsi | begript die erste geboden
Inc. In dese drie ierste geboden wort die mensche geleret | wat die…
[172v12] #Deutronomy | G#hi een sult gheen ander goden hebben in | mijnder teghenwordicheit
Expl. [178v15] …dat wij wel leuen mochten ende | die geboeij gods verwllen
Commentaar op het Onze Vader
F. 178v16 Ende dit leret ons nv | O#Onse vader die daer sijt in die | hemelen
Inc. Niet alleen nv mer ewelick | vol iubelacien wijlt doch…
Expl. [181r5] … Dat wij v daer moeten | dancken ende louen inder ewicheit der ewicheit Amen
F. 181r7 #Hier nae volcht een scoen lerijnghe | hoe danijch dat ons geloef moet | sijn willen wij god daer mede behagen
F. 183r17 #Een scoen leringhe hoe hem een mensche | sal bereijden als hij bidden wil om van | god verhoert te werden
Hoe men de zondag moet vieren
F. 188v2 #Hier nae volcht een schoen lerijnghe hoe een | een mensche den sondach sal vieren ende heilich maken | met goeden werken ende hoe wij god sullen louen | ende dancken Nota Bene
F. 188v20 #Dese vi punten moeten wij ouer ons heb|ben est dat wij den sondach willen heilich maken
F. 189v28 #Item dese vi punten eijst god alle menschen | des sondachs te wercken
Expl. [190r19] …soe sullen wij onsen alder liefsten | vader eren ende aenbidden wt ganser herten


TABEL 1: EENHEDEN, KATERNEN, WATERMERKEN, REPRESENTANTEN

Eenheid Katern Folia Watermerk
Bifolium
Representant
op verwijst naar
I11-8 schild in vouw halverwege blad
2^7
schild in vouw halverwege blad
3^6
         
         
II29-16 pot A/C (onderkant) linksboven 16r
9^16
  9r^16v17r
pot A/C (bovenkant) linksboven 15r
10^15
  10v^15r11r
317-24
  17r^24v25r
pot A/C (bovenkant) linksboven 23r
18^23
  18v^23r19r
pot A/C (bovenkant) linksboven 22r
19^22
pot A/C (onderkant) linksboven 21r
20^21
425-32
  25r^32v33r
  26v^31r27r
533-40 pot A/C (bovenkant) linksboven 40r
33^40
pot A/C (onderkant) linksboven 39r
34^39
  34v^39r35r
641-47 pot A/C (bovenkant) linksboven 47r
41^47
  41r^47v48r
pot A/C (onderkant) linksboven 46r
42^46
  42v^46r43r
pot A/C (onderkant) linksboven 45r
43^45
pot A/C (bovenkant) linksboven 44r
^44
748-54 pot A/C (bovenkant) linksboven 54r
^54
pot A/C (onderkant) linksboven 53r
48^53
  48v^53r49r
855-62
  56v^61r57r
pot A/C (bovenkant) linksboven 60r
57^60
pot A/C (onderkant) linksboven 59r
58^59
         
         
III963-70
  63r^70v71r
pot B in vouw halverwege blad
64^69
pot B in vouw halverwege blad
66^67
1071-78
  71r^78v79r
pot B in vouw halverwege blad
72^77
  72v^77r73r
pot B in vouw halverwege blad
74^75
1179-85
  79r^85v86r
pot B in vouw halverwege blad
80^84
  80v^84r81r
pot B in vouw halverwege blad
81^83
1286-93 pot B in vouw halverwege blad
86^93
  86r^93v94r
  87v^92r88r
pot B in vouw halverwege blad
89^90
1394-101 pot B in vouw halverwege blad
94^101
  94r^101v102r
  95v^100r96r
pot B in vouw halverwege blad
96^99
14102-109
  102r^109v110r
pot B in vouw halverwege blad
103^108
  103v^108v104
pot B in vouw halverwege blad
104^107
15110-117
  110r^117v118r
pot B in vouw halverwege blad
111^116
  111v^116r112r
pot B in vouw halverwege blad
113^114
16118-125 pot B in vouw halverwege blad
118^125
  118r^125v126r
  119v^124r120r
pot B in vouw halverwege blad
121^122
17126-133 pot B in vouw halverwege blad
126^133
  126r^133v134r
  127v^132r128r
pot B in vouw halverwege blad
129^130
   
18134-141 schild in vouw halverwege blad
134^141
  134r^141v142r
  135v^140r136r
schild in vouw halverwege blad
137^138
19142-150 schild in vouw halverwege blad
142^150
  143v^148r144r
schild in vouw halverwege blad
145^146
   
20151-158
  151r^158v159r
  152v^157r153r
pot A/C (bovenkant) linksboven 153r
153^156
pot A/C (onderkant) linksboven 154r
154^155
21159-166
  160v^165v161r
pot A/C (bovenkant) linksboven 161r
161^164
22167-174 pot B halverwege blad
168^173
  168v^173r169r
pot B halverwege blad
169^172
 
23175-182 pot A/C (bovenkant) linksboven 177r
177^180
pot A/C (onderkant) linksboven 178r
178^179
 
24183-190 pot B halverwege blad
184^189
pot B halverwege blad
185^188


Zijbalk